Reggie Baay over slavenlevens in Oost-Indië

Als we het hebben over het Nederlandse slavernijverleden, hebben we het eigenlijk altijd over de slavernij in Suriname en de Antillen. In de canon van de Nederlandse geschiedenis is bijvoorbeeld – en terecht – het thema slavernij opgenomen, maar ook daar beperkt de slavernij zich tot die in de West. Dat is zeer opmerkelijk en doet geen recht aan de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Want in Azië kocht, verkocht en gebruikte ook de Verenigde Oostindische Compagnie tijdens haar bestaan vele duizenden Aziatische slaven. De Compagnie was in haar tijd zowel slavenhouder als slavenhandelaar en heerste over de belangrijkste slavenmarkt in de regio: de slavenmarkt van Batavia. Sterker nog, onderzoek wijst uit dat VOC met haar handel in lijfeigenen de West-Indische Compagnie zelfs naar de kroon steekt. Lees verder Reggie Baay over slavenlevens in Oost-Indië

Gideons droom van Ernst Jansz

Vorig jaar werd Ernst Jansz’ debuutroman Gideons droom (1983) heruitgegeven. Speciaal voor deze uitgave stelde hij uit zijn oeuvre de cd Gideons droom samen, zijn meest ‘Indische’ album tot nu. Uit dit repertoire heeft Ernst Jansz nu een theaterprogramma samengesteld: krontjongversies van een aantal van zijn mooiste liedjes in een theatrale setting (8 juni in het Tong-Tong-Theater). Hij zingt o.a. ‘Rumah saya’ en ‘Tijd genoeg’ (uit de Doe Maar-tijd waarin Gideons droom is geschreven), liedjes van zijn soloalbums De overkant en Molenbeekstraat en enkele van zijn Dylan-vertalingen.

Ernst Jansz zingt en vertelt zijn Indische sprookjes en wordt daarin ondersteund door Guus Paat (gitaren), Richard Wallenburg (bas), Aili Deiwiks (viool) en Shelly Lapré (dans, licht- en schaduwspel).

Moderne architectuur in de tropen

Charles Prosper Wolff Schoemaker (1882–1949) heeft als bijnaam de Frank Lloyd Wright van Indonesië. Tussen 1910 en 1940 ontwierp hij talloze gebouwen op Java, waaronder Villa Isola en Hotel Preanger in Bandung, die tot de absolute top van de koloniale architectuur horen. In de jaren twintig en dertig was men in Indië op zoek naar een eigen, tropische stijl. In die zoektocht is Schoemaker met zijn diepgang en creativiteit heel belangrijk geweest. Lees verder Moderne architectuur in de tropen

“Johanna, Louisa, Clara. Namen om te onthouden. Namen die niet vergeten mogen worden”

Vilan van de Loo bespreekt Mijn voormoeders van de Molukken van Wies van Groningen.

WiesvGroningen_Voormoeders_webHet is een klein boek, dit Mijn voormoeders van de Molukken dat Wies van Groningen (1929) schreef. Precies 55 bladzijdes telt het. Op de brievenweegschaal woog het nog geen ons. Toch is het een van de volste en mooiste boeken die ik in lange tijd gelezen heb. Een universum bevat het, over opeenvolgende generaties Molukse vrouwen. Over haar “voormoeders” schreef Wies van Groningen eerder, maar nooit op deze manier. Zij staat in de magische lijn van deze voormoeders: “En ik Louise Elisabeth, dochter van Clara Hukom, heb opgeschreven wat ik van hen weet…” Lees verder “Johanna, Louisa, Clara. Namen om te onthouden. Namen die niet vergeten mogen worden”