Met smaak verzameld: koloniale kunstnijverheid

Esther Wils bezocht Aziatische kunst en de Nederlandse smaak in het Haagse Gemeentemuseum. “Wat de selectie van meubels, schilderijen, zilvergoed, koperwerk, textiel, sieraden, porselein en andere al dan niet nuttige attributen uit vroeger tijden toont, is zowel de onuitputtelijkheid van het plezier van verzamelen als de ontwikkeling van een goed oog voor de beste stukken.” (Deze bespreking verscheen eerder in Kunstschrift, editie 3/2014.)

‘De meeste verzamelaars worden in eerste instantie vooral gedreven door nieuwsgierigheid naar het onbekende. Net als kinderen die kiezelsteentjes, schelpen of een oude roestige spijker oprapen en zorgvuldig koesteren. […] Op het schilderij zien we kleine kinderen die groot zijn geworden, in discussie over de vraag wat Delfts aardewerk is en wat Chinees of Japans porselein.’
Deze treffende parallel, tussen steentjes bewaren en kunst verzamelen, staat in een van de begeleidende teksten aan het begin van een fraaie kleine tentoonstelling, die perfect op zijn plaats is in het Haags Gemeentemuseum. Wat de selectie van meubels, schilderijen, zilvergoed, koperwerk, textiel, sieraden, porselein en andere al dan niet nuttige attributen uit vroeger tijden toont, is zowel de onuitputtelijkheid van het plezier van verzamelen als de ontwikkeling van een goed oog voor de beste stukken. De tentoonstelling kwam tot stand op basis van de collectie van Jan Veenendaal, inmiddels deskundige op het gebied van kunst en kunstnijverheid uit de VOC-periode, aangevuld met eigen stukken van het museum, dat Aziatische meubels en zilver bezit. Die meubels waren al eerder te zien en ook de collectie van Veenendaal biedt voor wie geïnteresseerd is in de koloniale periode geen grote verrassingen, maar het zijn wel één voor één prachtvoorwerpen die in Berlages kleine, transparante zaaltjes in de kunstnijverheidsvleugel van het museum en in zijn robuust-elegante vitrines voorbeeldig tot hun recht komen.

M.J.C. Wegenaar, Verzamelaars van Chinees porselein en Delfts aardewerk aan het discussiëren, 1885
M.J.C. Wegenaar, Verzamelaars van Chinees porselein en Delfts aardewerk aan het discussiëren, 1885

Om de context te schetsen waarin de Europeanen en Indische mensen leefden die deze in Indië en Ceylon vervaardigde meubels bezaten, hoe zij hun tafels lieten dekken met het Chinese en Japanse porselein en het Indische tafelzilver, hun met snijwerk versierde sirihdozen tot op straat achter zich aan lieten dragen, hun mooie mengbloedige dochters lieten portretteren, hun bijbels opborgen in ivoren doosjes en kabinetten van kostbare houtsoorten – coromandel-, nangka-, satijn-, mara-, sapan- en ebbenhout – zijn tegen verschillende wanden grote, sfeervolle replica’s van prenten en schilderijen bevestigd, met landschappen, interieurs en huiselijke scènes van Jan Brandes (1743-1808), Johannes Rach (1720-1783), anonieme Japanse houtsnedemakers en de Indische schilder Jan Daniël Beijnon (1830-1877).
Op enkele tientallen vierkante meters wordt voelbaar gemaakt hoezeer de Europese vraag en smaak de kunstenaars en handwerkslieden uit duizenden mijlen uiteenliggende delen van Azië hebben geïnspireerd en beïnvloed, zowel naar techniek als naar vormentaal. Ook aan de inheemse hoven ging men overigens gebruikmaken van kasten en stoelen die er voorheen onbekend waren, en bestelde men schilderijen bij Europees opgeleide schilders.
De catalogus biedt een flinke uitbreiding van het verhaal en maakt duidelijk dat Veenendaal zich, net als de mannen op het schilderijtje hierboven, heeft omringd met andere ‘grote kinderen’ die zich hebben bekwaamd op hun eigen verzamel- of kennisgebied. Hadden die gepassioneerde deskundigen maar een eigen koloniaal museumpje. De enkele, kleine tentoonstelling die het Tropenmuseum aan het onderwerp wijdt, de paar schatten die het Rijksmuseum kan tonen, de zo ongeveer eens per decennium trouw terugkerende expositie in het Gemeentemuseum, kunnen die rijkdom nauwelijks naar behoren in beeld houden.

ESTHER WILS

Aziatische kunst en de Nederlandse smaak, in Gemeentemuseum Den Haag, te zien t/m 26 oktober 2014.

Bijbehorende catalogus: Jan Veenendaal, Aziatische kunst en de Nederlandse smaak, Uitgeverij Waanders & De Kunst 2014, 232 blz., € 39,95.

Illustratie bovenaan: Jan Daniël Beijnon (1830-1877), Rondtrekkende inheemse musici voor een boomgroep, Batavia, Indonesië, circa 1865, olieverf op doek, 80 bij 108 cm.

Stichting Tong Tong organiseert voor donateurs een excursie naar deze tentoonstelling, inschrijving mogelijk tot en met 24 juli 2014.