Een warme vriendschap met een lelijke barst

Publiekslieveling Yvonne Keuls was goed bevriend met de ‘grand old lady’ van de Nederlandse literatuur Hella S. Haasse (1918-2011). Maar groter kon het verschil in karakters tussen de twee vrouwen bijna niet zijn. Zelfs hun gedeelde Indische jeugd verschilde als dag en nacht. In Hella Haasse’s 100ste geboortejaar brengt Yvonne Keuls een ode aan deze bijzondere vriendschap. In Zoals ik jou ken, ken jij mij. Mijn jaren met Hella Haasse geeft ze haar herinneringen aan een dierbare relatie met ups en downs. Daarnaast biedt het boek een fascinerende inkijk in de beginjaren van de televisie. Keuls-kenner Coos Versteeg bespreekt de nieuwe Keuls voor Indisch Anders. ‘Deze memoires lezen als een spannende roman. Je proeft voortdurend de dreiging die in de lucht hangt.’

Menig hechte vriendschap tussen vrouwen gaat gepaard met gevoelens van competitie en jaloezie. Tussen mannen is dat trouwens niet anders: Brutus behoorde tot de intieme vriendenkring van Julius Caesar toen hij vervuld van afgunst een dolk in diens rug stak.
De vijfenveertig jaar durende vriendschap tussen Hella S. Haasse en Yvonne Keuls kent diverse pieken en dalen. Dat krijg je bij twee sterke karakters met dikwijls botsende meningen, geen van beiden bereid om ook maar een millimeter toe te geven. Maar hét grote dieptepunt is de botte weigering van Hella Haasse om haar jongere vriendin publiekelijk te steunen in de periode dat Keuls met haar roman Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel (1985, heruitgegeven als Rapport Tommie) een pedofiele kinderrechter aan de schandpaal nagelt en vervolgens zelf vermorzeld dreigt te worden door het old-boys-network binnen justitie. De magistraten verguizen in de media het ‘mevrouwtje’ dat omwille van de verkoop van haar boeken het waagt de reputatie van één hunner zo te bezoedelen.
Niet één collega-schrijver neemt het trouwens voor Yvonne Keuls op. Maar het pijnlijke aan Hella Haasse’s wegduiken is dat haar eigen echtgenoot mr. Jan van Lelyveld de kans biedt om Keuls in één klap van alle blaam te zuiveren. De door en door rechtschapen Van Lelyveld heeft immers als rechter ontslag genomen omdat hij niet langer kon aanzien wat zich — met medeweten van de top — qua kindermisbruik binnen het Haagse Paleis van Justitie afspeelt. Van Lelyveld heeft zelfs zijn niets aan duidelijkheid overlatende ontslagbrief in kopie aan Yvonne Keuls gestuurd en geeft haar toestemming die brief in de publiciteit te brengen. Hella Haasse echter verbiedt Keuls de brief te gebruiken en laat haar hartsvriendin zodoende lelijk in de kou staan.
De kwestie leidt niet tot een complete breuk. Maar de vriendschap heeft een gevoelige knak gekregen. Er zijn nog wel telefoontjes, er worden op gezette tijden boeken en bloemen uitgewisseld, maar het frequente contact is voorbij. De barst in de ruit blijft zichtbaar.

Yvonne Keuls op de 57e Tong Tong Fair in 2015 (foto Serge Ligtenberg)

Dat meisje Bamberg
Yvonne Keuls weet nog goed wanneer ze kennis maakte met Hella Haasse: op een zaterdagmiddag in mei 1965, na afloop van  de voorstelling Kleine muizen; Yvonne’s eerste toneelstuk bij de Haagse Comedie in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. De jonge toneelschrijfster bewonderde Hella Haasse, de auteur van Oeroeg, al jaren. Yvonne benijdde zelfs haar oudere zus Greetje, die in Indië met Hella op school had gezeten en haar wel eens mee naar huis had genomen. Greetje had er wat schamper over verhaald, omdat de volkomen blanke familie Haasse zich nadrukkelijk afzijdig hield van het Indische leven. Hella had alleen puur Hollandse vriendinnen. Na een paar bezoekjes was ze ook niet meer gekomen. ‘Ach, ze vond me te bruin, denk ik, of haar ouders hebben het haar verboden’, had Greetje met een wegwerpgebaar gezegd.
Toen Yvonne voorjaar 1964 tijdens de Boekenweek in De Bijenkorf een boek door Hella Haasse liet signeren, had de schrijfster haar gevraagd of ze uit Indië kwam en wat haar meisjesnaam was. ‘Dan ben jij een van de kleine kindjes! Ik kwam weleens bij jullie thuis!’ Ze pakte haar pen, nam een willekeurig boek van de stapel en schreef op het schutblad: ‘Voor een Bambergje, dat oosten kindje was en woonde in een groot Koloniaal huis in ons geliefde oude Indië.’
Een jaar later volgde in de Koninklijke Schouwburg de echte kennismaking. Yvonne Keuls beschrijft het als volgt:

‘Ze zeggen dat de schrijfster in de zaal zit, dus dat zal jij wel zijn.’ David Koning, hoofd afdeling Drama van de NCRV, kwam na afloop van de voorstelling met uitgestoken hand naar me toe. (…) De vrouw naast hem, van wie ik even dacht dat ze zijn vrouw was en die ik daarna met een schok herkende als Hella, knikte me vriendelijk toe. ‘We dachten het allebei,’ zei ze, ‘je had je verstopt achter in de zaal, dat zou ik ook doen als het mijn stuk was en het publiek zo laaiend enthousiast was.’ Ze pakte met beide handen mijn hand en feliciteerde me. ‘Echt, ik vind het verrassend, ik vind het knap in elkaar zitten.’ Dat mooie gezicht. Die vriendelijke ingetogenheid. ‘Nu zie ik het! Dat meisje Bamberg!’

De kennismaking vormt het begin van een bijzondere relatie, die deels professioneel is en deels vriendschappelijk. Genoemde David Koning is namelijk bezield van het idee om Nederlands drama op tv te brengen. Naar het voorbeeld van de BBC wil hij belangrijke boeken laten bewerken voor televisie. David ziet Hella en Yvonne samen met De boeken der kleine zielen van Louis Couperus aan de slag gaan. Daar sluipt meteen ook de competitie in de pril ontluikende vriendschap. Want de samenwerking tussen de twee vrouwen wordt geen succes. En hoewel David Koning smoorverliefd is op Hella Haasse, geeft hij uiteindelijk de voorkeur aan Yvonne Keuls om zijn tv-droom tot een goed eind te brengen. Hella krijgt de positie van adviseur toebedeeld, een rol die ze overigens loyaal en toegewijd vervult.
Pijnlijker wordt het als na het doorslaande succes van De kleine zielen Yvonne vervolgens ook De koperen tuin van Simon Vestdijk voor televisie mag bewerken. Dit keer is het niet David Koning die de doorslag geeft, maar Vestdijk zelf. De nukkige, depressieve schrijver heeft meer vertrouwen in Keuls met haar toneel-ervaring dan in de gerenommeerde Vestdijk-kenner Hella Haasse. Opnieuw krijgt Hella een rol als adviseur en wederom steunt en ondersteunt ze Yvonne waar ze maar kan.

Honderd jaar
Op 2 februari 2018 is het honderd jaar geleden dat Hella Haasse in het toenmalige Batavia (Jakarta) werd geboren. Literatuurcriticus Aleid Truijens werkt al sinds voorjaar 2013 aan een biografie over de ‘grand old lady’ van de Nederlandse literatuur, maar de uitgave staat nog niet in de voorjaarsfolder van Querido. Aan haar fenomenale  biografie over F. Hotz werkte Truijens zeven jaar. Dus is het maar goed dat Yvonne Keuls haar jaren met Hella nu onder de titel Zoals ik jou ken, ken jij mij presenteert.
De inmiddels 86-jarige bestseller-auteur heeft zich er niet makkelijk vanaf gemaakt. Ze baseert zich op haar eigen herinneringen, aantekeningen in agenda’s en dagboeken. Maar deze ode aan de bevlogen, maar niet altijd makkelijke vriendschap, gaat veel verder dan nostalgische memoires. Natuurlijk is het heerlijk om over de kindertijd van de televisie te lezen, een tijd waarin de christelijke achterban van de NCRV nog wilde verhinderen dat een atheïst als Vestdijk op televisie kwam. Yvonne Keuls, verhalenverteller pur sang, schuwt de — soms hilarische — anekdotes niet.
Zoals ik jou ken, ken jij mij gaat veel verder dan een verzameling herinneringen. Deze memoires lezen als een spannende roman. Je proeft voortdurend de dreiging die in de lucht hangt. Hoe dol de twee dames ook op elkaar zijn en hoeveel strandwandelingen ze ook samen maken met koffie en taart na afloop, je weet dat er iets staat te gebeuren. Niet alleen botsen de karakters: de ingetogen, vriendelijke maar ongenaakbare Hella versus de rebelse soms ronduit vileine Yvonne. En misschien ook wel de literair gelauwerde Haasse (P.C. Hooftprijs en Constantijn Huygensprijs) versus de publiekslieveling Keuls (de meest gestolen auteur in bibliotheken). Bovendien proef je tussen de regels door voortdurend hoe het koloniale verleden zich in de vriendschap doet gelden. Hella Haasse hunkert naar het oude Indië dat zij feitelijk nooit echt heeft beleefd. Ze kent de geuren en kleuren van Insulinde, maar de gelaagde samenleving heeft ze alleen ervaren vanuit een superieur Hollands perspectief. In een soort wanhopige inhaalactie loopt ze decennia later de deur plat bij Yvonne’s half-Soendanese moeder. Ze laaft zich aan Yvonne’s Indische tantes, om in te halen wat haar als kind is ontzegd. Overigens biedt Zoals ik jou ken, ken jij mij in dit verband aan het slot nog een verrassende onthulling.

Oeroeg
Het zal geen toeval zijn dat Yvonne Keuls in haar weergave van deze bijzondere vriendschap voortdurend Oeroeg, de novelle waarmee Hella Haasse in 1948 debuteerde, laat opduiken. Niet alleen omdat ook Oeroeg van een bijzondere vriendschap getuigt en daarnaast zo nadrukkelijk die gecompliceerde koloniale samenleving symboliseert, maar ook omdat hier de professionele en vriendschappelijke relatie weer zo nadrukkelijk samenkomen.
Want vrijwel vanaf het begin van de kennismaking tussen Hella Haasse en Yvonne Keuls speelt het bewerken van Oeroeg voor toneel, televisie of film een rol. Hella probeert via Yvonne een toneelversie van haar boek bij de Haagse Comedie op de planken te krijgen. Later verdenkt Keuls haar vriendin ervan pijnlijke zaken in hun relatie te laten rusten, omdat ze Yvonne nog nodig heeft om Oeroeg voor tv te bewerken. Hella lijkt bezeten van het idee Oeroeg hoe dan ook op televisie te krijgen. En tot slot, als Hella inmiddels 91, weduwe en hulpbehoevend is, blijkt Oeroeg ook weer het bindmiddel dat de twee vriendinnen in tranen samen brengt. Het CPNB heeft dan namelijk het plan opgevat om Hella S. Haasse te eren met een toneelversie van Oeroeg in koninklijk theater Carré. Hella heeft aangegeven dat ze de opdracht tot dramatiseren alleen Yvonne toevertrouwt. Maar Yvonne Keuls twijfelt. Is dit gemeend of is het een goedmaker? ‘Ik ga voor kwaliteit’, verzekert Hella haar. ‘Je krijgt een prachtige voorstelling,’ reageert Keuls ontroerd.
In haar voorwoord schrijft Yvonne Keuls nadrukkelijk dat het om haar eigen herinneringen gaat, dat dialogen zijn ingekleurd en geen letterlijke weergave van haar gesprekken met Hella zijn. Het is dan ook háár persoonlijke beleving van wat Yvonne Keuls in een tv-wandeling met Joris Linssen de belangrijkste vriendschap uit haar leven noemde. Maar Yvonne Keuls is schrijfster, geen biograaf. Ze heeft ongetwijfeld haar verhaal wat bijgeschaafd en gecomponeerd. Het is niet ondenkbaar dat als mettertijd de Haasse-biografie van Aleid Truijens verschijnt, sommige zaken in een iets ander licht komen te staan. Maar Yvonne Keuls’ herinneringen hebben in elk geval een prachtig, spannend en ronduit ontroerend boek opgeleverd.

COOS VERSTEEG

Yvonne Keuls, Zoals ik jou ken, ken jij mij. Mijn jaren met Hella, uitg. Ambo|Anthos.

Coos Versteeg stelde voor het Literatuurmuseum de wandeling Yvonne Keuls. Een schrijversleven op 3km² samen.