Boeken als voetspoor van onze Indische geschiedenis. Een persoonlijke keuze.

Deel 1 in de serie ‘Het voetspoor van Indische boeken

Ami Emanuel (1931) is geboren in Soerabaja, getogen in Bogor en Bandoeng en in 1949 definitief naar Nederland gekomen. Hij is voormalig gezagvoerder bij de KLM, bekende van Tjalie Robinson, Pasarganger van het eerste uur en levenslang fanatiek lezer van alles wat Indië en Indonesië betreft. Door zijn ervaringsdeskundigheid en zijn grote belezenheid heeft hij meermaals als meelezer kunnen fungeren bij historische studies en de schrijvers met zijn kritische opmerkingen voor uitglijders behoed.

Het bijzondere verzoek van de redactie van Indisch anders om een keuze te maken uit de boeken die mijn ogen hebben geopend voor de koloniale geschiedenis is een moeilijk proces van persoonlijke afwegingen. Dit gesteld hebbend, wil ik het proberen.

Jean Gelman Taylor, Smeltkroes Batavia. Europeanen en Euraziaten in de Nederlandse vestigingen in Azië (Wolters-Noordhoff 1988), de Nederlandse vertaling van The Social World of Batavia (University of Wisconsin 1983).

Mijn geschiedenis, onze geschiedenis! Met de grote verrassing: niet geschreven door een bekend, vooraanstaand historicus uit Leiden, Amsterdam of Utrecht, maar door een Australische aan de Universiteit van Wisconsin, USA, mede met dank aan haar hoogleraar John R.W. Smail.

Ulbe Bosma, Hans Meijer, Remco Raben en Wim Willems, De geschiedenis van Indische Nederlanders

In opdracht van de KNAW hebben deze vier historici de geschiedenis van Indische Nederlanders vastgelegd in een drietal boeken, alle uitgegeven door Bert Bakker, tussen 2001 en 2003.

De oude Indische wereld, 1500-1920 door Ulbe Bosma en Remco Raben, In Indië geworteld. De twintigste eeuw door Hans Meijer, en De uittocht uit Indië, 1945-1995 door Wim Willems.

Tjalie Robinson Piekerans van een straatslijper 1 en 2 (Masa Baru, Bandung 1952), Kind van Batavia (Prometheus 2011, postume uitgave), en Vincent Mahieu, Tjies (Gambir, Bandung 1958) en Tjoek (Leopold 1961).

Beide synoniemen van Jan Boon, de enige schrijver uit Indië die het leven en de cultuur van de groep Indische Nederlanders van binnenuit verrassend herkenbaar heeft beschreven…! Dat leven en die cultuur gaan langzaam verdwijnen.


Benedict R.O’G. Anderson, Java in a Time of Revolution. Occupation and Resistance, 1944-1946 (Cornell University Press, Ithaca, N.Y. 1972)

De geschiedenis beschreven vanuit een andere focus en perspectief, welke leidden uit het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid door Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945.

 

J.J.P. de Jong, Diplomatie of strijd (Boom 1988), Avondschot (Boom 2011), De terugtocht, (Boom 2015).

Helder beschreven studies in een vlot leesbare stijl over het Nederlandse beleid ten aanzien van de dekolonisatie van Indonesië. De waaier van het fortuin; Van handelscompagnie tot koloniaal imperium. De Nederlanders in Azië en de Indonesische archipel 1595-1950  (SDU 1998) beschrijft – zoals de lange titel aangeeft – de complete geschiedenis.

 Ulbe Bosma, Karel Zaalberg. Journalist en strijder voor de Indo (KITLV Press 1997).

Door de geschiedenis van deze persoon kreeg ik kennis over de opkomst en ondergang van de Indische Partij en Insulinde, in het begin van de twintigste eeuw de voortrekkers van het politieke idee ‘Indië los van Holland’. Met het verbod van de Indische Partij en de verbanning van haar leiders in 1913 koos de Indische gemeenschap in 1919 voor het Indo-Europees Verbond (IEV): aanhankelijkheid aan Koningin en Vaderland, behoud van de bevoorrechte posities bij de koloniale overheid en afwijzing van het opkomend Indonesisch nationalisme.

Bij de zeventigste verjaardag in 1950 van de Indo en voormalige voorzitter van de Indische Partij, Eduard Douwes Dekker alias Setiabuddhi, schreef president Soekarno hem in een gelukwenstelegram: ‘In u zien wij en begroeten wij de vader van Indonesia’s politiek nationalisme.’ Toch waren er in Indië geen figuren met de statuur van een Simon Bolivar of een José Rizal, die als ‘mengbloed’ hun doelen los van de koloniale machten Spanje en Portugal wisten te realiseren. Que sera sera.

Annemarie Cottaar en Wim Willems, Indische Nederlanders. Een onderzoek naar beeldvorming (Moesson 1984)

Wim Willems, Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver (Prometheus 2008)

Samen met zijn geliefde, Annemarie Cottaar, heeft Wim Willems zich ontwikkeld tot dé schrijver van de geschiedenis van de Indische Nederlanders na het vertrek uit hun geboorteland – en voor velen vervolgens de doormigratie naar Australië en de USA (zie ook het bovengenoemde De uittocht uit Indië, 1945-1995). Aan zijn grote bevlogenheid voor de mens Jan Boon (die schreef onder de pseudoniemen Tjalie Robinson en Vincent Mahieu) is diens boeiende biografie te danken. Wim weet bovendien, als neerlandicus met een soepele pen, van zijn historische boeken een feest voor de lezers te maken.

Peter Schumacher, Ogenblikken van genezing (Van Gennep 2011)

Dit boek van een leeftijdgenoot met een gemeenschappelijke jeugd in Bandung gaf mij een terugblik op gedeelde ervaringen en herinneringen.

 

 

 

AMI EMANUEL
Rijswijk, april 2018