Peter van Zonneveld over ‘Willem. Pelopor mati’ van Fred Lanzing

Vrijdag 5 juni, 15.00 uur, interviewt Peter van Zonneveld de schrijver Fred Lanzing op het Tong Tong Festival, speciaal n.a.v. zijn verhaal ‘Willem. Pelopor mati’. In het themaprogramma over ‘1945’ wilde het Tong Tong Festival ook aandacht besteden aan de chaotische maanden direct na de Japanse capitulatie en dit verhaal van Fred Lanzing geeft een heel indringend beeld daarvan, en van de moeizame positie van de Indo’s. Dat de hoofdfiguur een tolk is, legt ook een mooi verband met een ander themaprogramma: ‘Trans/lit’, over vertalers en culturele bruggenbouwers. Peter van Zonneveld schreef deze inleiding bij het korte verhaal.

Het verhaal ‘Pelopor mati’ van Fred Lanzing geeft op indringende wijze de chaotische situatie van oktober 1945 in Indië weer. Batavia is levensgevaarlijk. Jonge vrijheidsstrijders (pemoeda’s) zwerven door de straten. Ze zaaien dood en verderf onder wie het niet met hen eens is. Japan heeft gecapituleerd, maar het Nederlandse gezag is nog niet hersteld. Soekarno en Hatta hebben de onafhankelijkheid uitgeroepen, maar zij hebben de situatie niet in de hand. De Japanners moeten de orde handhaven. Dat doen zij ook, maar niet overal. Er zijn Britse troepen, die voornamelijk uit Ghurka’s en Sikhs bestaan en die weinig zin hebben, hun leven te wagen. Wat de Nederlanders betreft, zijn er de vermagerde ex-krijgsgevangenen, en een handjevol uit Australië gearriveerde bestuurders. Er zijn rampokkers en plunderaars, die dankbaar gebruik maken van het machtsvacuüm dat is ontstaan. De inheemse bevolking wordt niet beschermd. Er zijn hard optredende Ambonese militairen die trouw zijn gebleven aan de koningin. De meest bedreigde groep is echter die van de Indo-Europeanen, overgeleverd aan de terreur van de straat. Voor de Indo’s die buiten de kampen zijn gebleven is deze chaotische periode, de bersiap, traumatischer dan de oorlog die achter hen ligt. Zoals zo vaak in de geschiedenis vallen zij tussen de wal en het schip. De meesten staan aan de Nederlandse kant, maar er zijn ook uitzonderingen, zoals dit verhaal laat zien.

Fred Lanzing, in 1933 geboren in Nederlands-Indië, heeft die situatie van nabij meegemaakt. Hij was geïnterneerd in verschillende Japanse kampen. Na de capitulatie werd het Nederlandse gezin, waar hij deel van uitmaakte, herenigd. Fred was toen dus twaalf jaar, maar hij weet de dreigende sfeer van die dagen op overtuigende wijze vast te leggen. Eigen ervaringen zijn aangevuld met wat hij later over die periode te weten is gekomen. Zo is dit verhaal ontstaan. Het werd opgenomen in zijn verhalenbundel Vannacht gaan wij op pad uit 1997. Nadien schreef hij onder meer de historische novelle Gerucht op de wind (2002) en Soldaten van smaragd. De wereld van het KNIL (2005). In Voor Fredje is het kamp een paradijs. Een jeugd in Nederlands-Indië 1933-1946  (2007) geeft hij zijn  persoonlijke herinneringen weer. In 2014 verscheen Toean Nippon, over het leven van de Japanse soldaat.

PETER VAN ZONNEVELD

Vrijdag 5 juni, 15.00 uur, Tong Tong Festival: Peter van Zonneveld interviewt Fred Lanzing, n.a.v. zijn korte verhaal ‘Willem. Pelopor Mati’, met voordrachten van Jarvey van Galen.