Als we het hebben over het Nederlandse slavernijverleden, hebben we het eigenlijk altijd over de slavernij in Suriname en de Antillen. In de canon van de Nederlandse geschiedenis is bijvoorbeeld – en terecht – het thema slavernij opgenomen, maar ook daar beperkt de slavernij zich tot die in de West. Dat is zeer opmerkelijk en doet geen recht aan de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Want in Azië kocht, verkocht en gebruikte ook de Verenigde Oostindische Compagnie tijdens haar bestaan vele duizenden Aziatische slaven. De Compagnie was in haar tijd zowel slavenhouder als slavenhandelaar en heerste over de belangrijkste slavenmarkt in de regio: de slavenmarkt van Batavia. Sterker nog, onderzoek wijst uit dat VOC met haar handel in lijfeigenen de West-Indische Compagnie zelfs naar de kroon steekt.
Onbekende geschiedenis
Reggie Baay werkt aan een non-fictie boek over de onbekende geschiedenis van de slavernij in Nederlands Oost-Indië. Het boek zal in januari 2015 worden gepresenteerd; precies 155 jaar na de (formele) afschaffing van de slavernij in Nederlands-Indië. In zijn le-zing op het Tong Tong Festival (dinsdag 3 juni) geeft hij een voorproefje van de inhoud: aan de hand van gereconstrueerde slavenlevens toont hij het publiek een unieke inkijk in een voor velen onbekende geschiedenis: het Nederlandse slavernijverleden in Indië.
In 2008 verraste hij het Nederlandse le-zerspubliek met zijn boek over de njai, gebaseerd op jarenlang onderzoek. Ter gelegenheid van de verschijning van De njai; Het concubinaat in Nederlands-Indie maakte Stichting Tong Tong samen met Reggie Baay de indrukwekkende tentoonstelling De Njai; Portret van een vergeten oermoeder, die o.a. door Koningin Beatrix werd bezocht.
In 2006 publiceerde Stichting Tong Tong Baay’s verhalenbundel De Ogen van Solo.